Grote mijnbouwsites van Wallonië op Werelderfgoedlijst

2012

Le Grand-Hornu, Bois-du-Luc, Bois du Cazier en Blegny-Mine staan als één geheel naast de andere Waalse locaties die al op de prestigieuze Werelderfgoedlijst staan (liften op het historische Centrumkanaal, belforten, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Doornik en de neolithische mijnen van Spiennes).

De vier sites vullen elkaar aan en vormen een samenhangend geheel dat verklaart waarom ze samen op de lijst werden gezet. Deze vermelding vormt een volwaardige erkenning van de geschiedenis, de diversiteit en de rijkdom van de grote mijnsites in Wallonië en van het Waalse mijnerfgoed in het algemeen. Le Grand-Hornu met zijn architectuur, Bois-du-Luc met zijn sociale leven, Bois du Cazier met zijn collectieve geheugen en Blegny-Mine met zijn vakkennis voldoen aan de criteria van integriteit en authenticiteit die Unesco stelt.

“De vier Waalse steenkoolmijnen behoren tot de oudste en grootste van Europa en getuigen van de snelle verspreiding van de technische, sociale en stedenbouwkundige vernieuwingen van de industriële revolutie. Daarnaast speelden ze tot voor kort een belangrijke rol als technisch en sociaal voorbeeld. Tot slot vormen ze ook een van de belangrijkste interculturele hotspots ten gevolge van de grootschalige industrie doordat er arbeiders uit andere Belgische, Europese en later ook Afrikaanse regio’s werden tewerkgesteld” (Criterium II).

“Het geheel van de vier Waalse mijnsites vormt een vooraanstaand en allesomvattend voorbeeld van de industriële mijnbouw op het Europese vasteland in de verschillende fases van de industriële revolutie. Het toont op opmerkelijke wijze zijn industriële en technologische erfenis, zijn stedenbouwkundige en architecturale keuzes en zijn sociale waarden, in het bijzonder na de mijnramp van Marcinelle in Bois du Cazier” (Criterium IV).

Een terechte erkenning voor de arbeidswereld en haar mijnwerkers die onder de grond werkten: de “zwarte smoelen”.

En 2017, le Bois du Cazier a rejoint le centre antique d'Athènes, le Palais impérial de Vienne, ou encore le chantier naval historique de Gdansk...

Bois du Cazier draagt Europees Erfgoedlabel

2017

Net als het hart van het oude Athene, het Keizerlijk Paleis in Wenen en de historische scheepswerf in Gdańsk staat ook de voormalige kolenmijn van Marcinelle voortaan op de lijst van plaatsen die het “Europees Erfgoedlabel” van de Europese Commissie dragen.

De Europese erfgoedlocaties hebben het huidige aangezicht van Europa mee vormgegeven. Van het begin van de beschaving tot de Europese Unie zoals we die nu kennen, al deze plaatsen brengen een ode aan en staan symbool voor de Europese waarden, geschiedenis, integratie en idealen. Al sinds 2013 worden deze locaties geselecteerd op basis van hun symbolische waarde, hun rol in de Europese geschiedenis en de activiteiten die er georganiseerd worden en die de Europese Unie en de Europeanen dichter bij elkaar brengen.

De ramp in Bois du Cazier lag aan de basis van de “Conferentie met betrekking tot de veiligheid in de steenkolenmijnen”, een initiatief van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Die conferentie behandelde collectieve ongevallen in domeinen zoals bescherming tegen mijngas en branden en leidde uiteindelijk vooral tot de oprichting van een “Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen”.

In 2018 ontving Bois du Cazier het “Europees Erfgoedlabel”. Deze onderscheiding wordt aan instellingen toegekend voor hun rol in de Europese geschiedenis en de educatieve activiteiten voor jongeren die in dat kader worden aangeboden.